In de monumentale schuur van de voormalige abdijhoeve wordt als vaste collectie werk van George Grard getoond, één van de beste Belgische beeldhouwers ooit. De technieken in de exporuimtes zorgen voor een optimale kunstbeleving, maar de bescherming als monument maakte inventieve oplossingen noodzakelijk. Een discrete invulling van de technische installaties voor verwarming, koeling en vochtigheidscontrole was nodig.
De geschiedenis van Ten Bogaerde gaat terug tot rond 1240. De abdijhoeve maakte deel uit van de verdwenen Cisterciënzerabdij O.L.V. Ter Duinen. In 1952 werd de bescherming uitgesproken, maar van de schuur zijn enkel de indrukwekkende kopgevels met steunberen – gebouwd met grote bakstenen of ‘moefen’ – in de bescherming opgenomen.
Het gebouw was aan een grote renovatie toe. Toch wilde de opdrachtgever de authenticiteit van het volledige gebouw maximaal bewaren. Het ontwerp van de architect bevindt zich dan ook op het snijvlak tussen optimale bescherming van het waardevolle oude en strakke architectuur met veel zichtbeton voor de nieuwe structurele elementen. De kenmerkende dakstructuur werd in ere hersteld met de houten spanten als bijkomende blikvanger. Oud en nieuw vormen zo een harmonisch en transparant geheel. Om de kunst volledig tot zijn recht te laten komen, staan de beelden en schilderijen op betonnen statieven.
