De biostoomcentrale in Oostende werd in opdracht van het toenmalige Electrawinds nv gebouwd.
De constructie is volledig in ter plaatse gestort beton en start op niveau -7,50 m en is op zijn hoogste punt 42,85 m hoog. Vanaf niveau 0,00 werd gebruik gemaakt van een in België niet zo vaak toegepaste uitvoeringsmethode. De bunker en de trappentoren werden gestort door toepassing van glijbekisting: gedurende een vijftiental dagen werd 24 uur op 24, 7 dagen op 7 gestort en glijdt de bekisting met een snelheid van ongeveer 13 cm per uur naar boven.
Er werd bij de ruwbouw een uiterst strikte timing verwacht gezien het grote aantal nevenaannemers voor plaatsing installaties, technieken, … die op vooraf bepaalde data soms grote stukken in de ruwbouwconstructie moesten kunnen integreren.
In deze centrale worden hoogcalorische restfracties (vaste biomassaproducten) verbrand met als doel de productie van stoom. De opgewekte stoom drijft een stoomturbine aan, die op haar beurt elektriciteit opwekt (hernieuwbare energie). De installatie heeft een elektriciteitsproductie van 19 MW elektrisch. De resterende thermische energie wordt onder de vorm van warm water geleverd aan 50 à 60 hectare serres. De groenestroomcentrale trad in werking in de zomer van 2009.